Oud Nieuws, uit de schoolkrant

Uit Sint-Janskruid, oktober 1975‍

Het petje‍

Sammy was met zijn vriendje naar een katholieke kerk geweest. Als hij thuiskomt, vraagt zijn vader hoe het was. Sammy vertelt ……  ‍

Ongelooflijk fader, wat een saak. Ik kom binnen in een uitverkocht huis, geen plekkie meer ope. Fooran ’n koor met orkest. Stel je foor fader, begint daar de foorstelling. Komt er soon goser in een wit kasueel, een rooie jurk er oferheen en zes kleine pichempies, vlak achter hem an. Hij zet zijn petje af. Een van die pichempies pakt flug zijn petje weg. Petje pleite. Nou had die goser zo’n kaal plekkie op z’n hoofd, dus krijgt ie het koud.. Hij soeke naar se petje, links … rechts. Frage an die pichempies: waar is nou me petje? Maar die pichempies gefe lauw sjoege en smoese lauw. Die goser gaat naar het dreswaar kijke oft petje daar is. Maar daar is het niet. Steek ie nog een paar kaarse an, om het beter te kunne sien: fint ie nog niks.

Nou staat er op het dreswaar zo’n groot telefoonboek, en gaat die gozer daarin kijke of er een adres foor een nieuw petje bij staat, lauw adres. Het die ome sich omgedraaid en ’t an iedereen gefraagt. Hebbe jullie soms me petje gesien? Hij sting er gewoon bij te jammeren. De mense hebbe trug gezonge: nee, we hebben je petje niet gesien. Wat doet intussen een van die pichempies? Hij set stiekum ’t telefoonboek aan de andere kant fan ’t dreswaar. Die ome grijpt een nieuw boek. Toen is hij in dat boek an ’t soeke. Weer geen adres te finde. Toen is ie er helemaal ferschwanst van geworde en heb ie se rooie jurk uitgetrokke en is ie met die witte in een kassie gekrope. Dat tussen de pilare sting te staan en heb ie een hele tijd staan smoese, dat ie se petje trug moes hebbe. Het ie ’t daar lauw gekrege en se eige daar kwaad gemaakt, greep ie een ouwe pleeborstel, stak die in een emmer met water, en ging daarmee de mense met water gooie. Maar geen petje, dat bleef pleitte. ‍

Nou weer terug naar ’t toneel. Toen werd het aardig fader. Sijn daar fier knulle opgestaan, hebbe se daar een stok met an de andere kant een sakkie deran gepakt en sijn rondgegaan. Alle mense lappe foor een nieuw petje. Se sijn oferal rond gewees en ik heb ook een paar cente ingezet. Heb die hoge ome de mense so gek gekrege da se op der knieë op de grond sijn gaan soeke naar dat petje. Toen die gosers de cente bij mekaar hadde, was de foorstelling afgelope… Toen had die geinponem ineens se petje weer op en is er toen mee weggelope.‍

René, klas A3b‍‍

@Nieuwsbrief 1, maart 2024