Adje dit, Adje dat
Bij gelegenheid van het 25-jarige jubileum van de heer Ad van Helmond
Lang voordat de huidige lyceumbevolking bestond, amper adem kon halen of reeds lezen en schrijven kende, bevolkten andere generaties leerlingen de gebouwen der R.K. Lycea. Ook zij waren kritisch, bestudeerden hun leraren angstvallig en intens en gaven hun “gefundeerd” oordeel meestal in een zeer karakteristieke, kernachtige bijnaam weer. Historisch zijn er zeer schone namen in omloop geweest, zoals “De Panter”, “Habakuk”, “Bolletje Piekhaar”, enz. Dit enz. zou nog verder geadstrueerd kunnen worden, ware het niet, dat de godin der voorzichtigheid mij op de schouder tikt. Eén naam leeft tot op heden voort.
Welke leerling, reünist, oud-leerling en zelfs vader en moeder van de huidige bevolking kent niet ADJE! ADJE VAN HELMOND. Bij mij thuis sprak men indertijd al van Adje. Adje dit, Adje dat. En dan kom ik vanzelf tot de vraag waarom toch dit familiaire verkleinwoord?
Ik meen, dat dit woord karakteristiek is voor de heer Van Helmond. Immers het geeft aan:
Denk nu niet dat dit alles vanzelf is gegaan. Daar was studie, veel studie voor nodig, vooral in een tijd, die voor studerende leraren tamelijk uitzichtloos was. Dat er ook teleurstellingen zijn geweest en dat niet alles van een leien dakje is gegaan, kan iedereen begrijpen.
Ik kan het niet eens zijn met een recente uitlating, dat een 25-jarig jubileum-feestviering eigenlijk onjuist is. Het is even stil staan, achterom kijken, balans opmaken. Het is nieuwe moed en kracht opdoen om weer verder te gaan; want heus, het valt niet mee, steeds trouw je plicht te doen, en opgewekt, humorvol, relativerend er mee door te gaan, je vak bij te houden, de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van didactiek, pedagogie, onderwijsvernieuwingen enz. te volgen. Daarom is er wel alle reden om feest te vieren.
Conrector Van Helmond, mag ik je sprekend als collega en als vader van drie van je oud-leerlingen, in het zonnetje zetten, mag ik je feliciteren met het bereikte en je sterkte en geluk wensen voor de toekomst.
Was getekend, Miel Esser
Adje is een cynische beer met een gangsterhoed. Zijn jonge bewonderaar Lissone heeft deze Chicago-look al overgenomen. Gelukkig stinkt Adje niet met sigaren. Adje rookt niet. Zijn drinken is gecontroleerd. Dat wil niet zeggen dat wij het niet hebben kunnen controleren. Toch draait hij al een tijdje mee. Hij heeft het al tot jubilaris geschopt. Gefeliciteerd!
Hij heeft ideeën die je niet van een jubilaris zou verwachten. Zijn denkbeelden zijn zonder meer progressief. Dat klinkt verdacht wanneer we het over een conrector hebben, ja zelfs over een jubilerende conrector. Maar we hebben het hier over Adje en die meent het. Dat hebben sommige betweters aan den lijve ondervonden. Adje heeft een heel vreemd soort gezag. Uiterlijk merk je er normaal gesproken niets van. Hierin word je gewoon belazerd. Maar dat weet iedereen. Er wordt dan ook wel eens naar hem geluisterd. Dat lijkt me een prettig gevoel voor een leraar. Vooral in zijn lessen is het ook altijd interessant naar hem te luisteren. Zichzelf en iedereen en alles zet hij voortdurend voor paal en neemt dan alle uitspraken weer terug. Daar kun je mee lachen man. Op de een of andere manier lukt het hem altijd een paar piepschoenen te kopen en daarmee knarst hij constant op en neer.
Vaak lacht hij om zichzelf, daar heeft hij alle reden toe. Wanneer er iemand uitgestuurd is, boort hij deze doorgaans met enkele voltreffers in de grond, tot algemeen vermaak overigens. Erg prettig wanneer het iemand anders is. De oppervlakkigheid van dit stuk heeft zijn redenen maar de strekking blijft positief.
Was getekend, Knarf
@Nieuwsbrief 3, september 2022